Westerse leiders‚ van Cameron tot Sarkozy‚ hebben dit jaar de absolute vrijheid op het web gepropageerd – althans‚ voor het buitenland. Want in eigen land zou een restrictief internetbeleid soms zo gek niet zijn‚ droomden ze hardop.
Al vroeg in 2011 riep Hillary Clinton autoritaire regimes op te stoppen het internet te censureren. Ze deed dat in februari‚ in haar tweede belangrijke toespraak over internetvrijheid‚ waarin de Amerikaanse minister van Buitenlandse Zaken niet om het onderwerp WikiLeaks heen kon. Hoewel de VS voorstander zijn van internetvrijheid‚ probeerde het land deze website tegen te werken.
Het moet gezegd‚ het Amerikaanse ministerie van Buitenlandse Zaken spant zich in elk geval nog in om manieren te vinden die internetfilters kunnen weren. Dat ligt anders bij sommige van Clintons bondgenoten. Openlijk bespraken zij het afgelopen jaar de regulering van internet‚ als optie voor allerlei problemen. In mei stelde de Franse president Nicolas Sarkozy voor strengere internationale regels in te voeren voor internet. ‘Niemand mag vergeten dat regeringen de enige legitieme vertegenwoordigers zijn van de wil van het volk in onze democratieën’‚ aldus Sarkozy. Sindsdien is er weinig meer van zijn plan vernomen.
Een andere Amerikaanse bondgenoot‚ de Britse premier David Cameron‚ liet in mei weten tegenstander te zijn van Sarkozy’s plan. Maar na de Engelse rellen in augustus was er ineens wel ruimte om na te denken over internetcontrole. Net als de betogers in de Arabische landen maakten de Britse relschoppers gebruik van de sociale media om zich te organiseren. Dat was voor Cameron reden te overwegen deze communicatiemiddelen aan banden te leggen. ‘Vrije verspreiding van informatie kan gebruikt worden voor iets goeds. Maar ook voor kwaad’‚ zei Cameron‚ die in februari nog prijzend sprak over het gebruik van sociale media door Tunesische en Egyptische demonstranten.
De ironie ontging China niet. Dat land ontzegt zijn burgers al jaren de toegang tot een geheel vrij internet. ‘Na een harde les te hebben geleerd‚ erkent de Britse regering uiteindelijk dat er een balans nodig is tussen vrijheid en het monitoren van sociale media’‚ sneerde het officiële persbureau Xinhua in een commentaar.
Een maand later presenteerde China met een bont gezelschap een eigen plan voor internetregels. In een voorstel voor een VN-resolutie kwamen China‚ Rusland‚ Oezbekistan en Tadzjikistan met een internationale gedragscode voor internet. De mooie woorden over ‘recht en vrijheid om informatie te zoeken’ werden direct gevolgd door ‘ervan uitgaande dat nationale wetten en regels worden nageleefd’. Het plan kwam neer op het goedpraten van censuur.
Zo zijn aan het eind van het jaar de strijders voor internetvrijheid niet al te veel opgeschoten. Lichtpuntjes waren er in Tunesië‚ Egypte en Libië‚ waar de internetcensuur is opgeheven. Maar voor hoe lang‚ hangt af van de politieke ontwikkeling in die landen. In Egypte bijvoorbeeld gaat het leger nog altijd door met het arresteren van bloggers.
Gepubliceerd in het decembernummer van Wordt Vervolgd