Neon, zwaailichten en baboesjka’s
Door Peter Teffer

Elke maand op deze plek een stedentrip. Vandaag, in de eerste aflevering: Moskou. Geen stad om doelloos rond te lopen. Zoek iemand die de stad kent en je rondleidt.
Moskou. Het eerste wat je in Moskou doet, is het Rode Plein bezoeken en foto’s maken van de ansichtkaart-genieke Sint Basiliuskathedraal. Ook raden de reisgidsen het schattige winkelstraatje Arbat aan. Maar daarna wordt het moeilijk. Omdat het Kremlin de eerste dag van mijn vakantie gesloten is voor bezoekers, besluit ik op de gok rond te lopen.
Op de kaart is te zien dat er een eilandje in de rivier ligt, verbonden aan het vasteland met bruggen. Ik associeer dat met de sfeervolle riviereilandjes Ile de la Cité en Ile St. Louis in de Seine. Helaas. Op de brug aangekomen valt het erg tegen. In plaats van een mooi uitzicht op karakteristieke huisjes en het geluid van kirrende zeemeeuwen, zie je lelijke industriegebouwen en rijden er vieze lawaaiige auto’s over de brede wegen langs.
Moskou is geen stad om doelloos rond te lopen. Het is een stad met veel interessante plekken, maar die vind je vrij moeilijk zonder hulp van een local. Mijn local, goede vriendin Josien die sinds november in Moskou werkt en waar ik logeer, woont niet ver van de Novyj (nieuwe) Arbat. Josien leidt me rond langs enkele fascinerende plekken, waar ik als gewone toerist niet zou zijn gekomen.
Vind je in de romantische oude Arbat schilders en souvenirs, de Novyj Arbat toont een rauwere, echtere versie van het Moskou van nu. De nieuwe Arbat is een brede en lange straat met heel veel neonlicht. Langs de weg hangen grote videoschermen met reclames. Regelmatig rijdt een zwarte BMW met zwaailicht voorbij. De politie houdt de automobilisten uit zijstraten tegen en de BMW’s krijgen vrijbaan. Soms zit de president erin (het schijnt dat, als je goed kijkt, je uit de raampjes van de auto de lopen van kalasjnikovs kunt zien), maar ook andere Moskovieten met geld of invloed kunnen een zwaailicht regelen.
Josien weet, verrassend genoeg, een prima restaurant tussen de casino’s en bioscopen. Restaurant Kishmish biedt een Oezbeekse keuken en een oosters interieur. De bediening – in klederdracht – is vriendelijk en de ober spreekt Engels. Twee kwaliteiten die je niet al te vaak terugvindt in de Moskouse horeca. De cliëntèle – goedgeklede mannen die louche deals lijken te sluiten – is een attractie op zich. Josien en ik twijfelen of het pistool dat een van de bezoekers draagt echt is, of een replica die hij draagt uit stoerdoenerij.
Als je de drukke Novyj Arbat wilt oversteken, daal je af naar een perechod, een van de vele tunnels onder de wegen door. Daar vind je een geheel eigen samenleving, met winkeltjes, eetkraampjes en een gemengd gezelschap van daklozen, gehandicapten en baboesjka’s (oude vrouwen die verschillende waar aanbieden). ’s Avonds vullen de warme perechods zich met hangjongeren. Ze spelen muziek en drinken wodka.

Souvenirs kún je natuurlijk kopen op de toeristische oude Arbat en het Rode Plein, maar het is leuker en goedkoper om naar de markt te gaan, de Izmajlovo-markt. Om er vanaf de Novyj Arbat te komen, neem je de metro, en dat is een ervaring op zich. Omdat de Moskouse metro zich diep onder de grond bevindt (het diepste station ligt 84 meter onder het grondoppervlak), sta je minutenlang op de roltrap. Voor veel stelletjes een gelegenheid om uitgebreid te zoenen, anderen lezen een tijdschrift of boek. Veel stations zijn prachtig gedecoreerd, zowel van binnen als buiten. In metrostation Arbatskaja – 41 meter onder de grond – hangen kroonluchters aan het ellipsvormige plafond.
De Izmajlovo-markt bestaat eigenlijk uit twee markten. Er is een ‘gewone’ markt voor Russen waar je letterlijk alles kunt vinden. Niet verwonderlijk dus dat je er veel vrouwen ziet lopen met uitpuilende tassen. Dan is er nog een souvenirsmarkt, waar je voor lagere prijzen dan rond het Rode Plein matroesjka’s kan inslaan. Naast de traditionele houten poppen waarop een boerenmeisje is afgebeeld, heb je ook exemplaren van politiek leiders van Lenin tot Poetin, sporters, muzikanten en andere bekendheden. Ook populair: bontmutsen en Sovjet-prullaria, waarvan veel replica’s.
Josien onderhandelt met een marktvrouw in het Russisch over de prijs van een cadeautje. De vrouw geeft ons na de transactie een stevige hand en wenst ons ‘good luck’. Alsof een oudtante afscheid van je neemt, zoveel tijd trekt ze voor ons uit. Als ik Josien vraag wat ze vertelde, blijkt de vrouw gewoon ‘kom vooral nog eens’ te hebben gezegd. En gelijk heeft ze.
Gepubliceerd op 7 februari 2008 in nrc.next.