Google uit je leven bannen, het lijkt een eitje. Maar dan blijkt internet ervan vergeven te zijn
Door Ernst-Jan Pfauth en Peter Teffer
Rotterdam. You don’t know what you got till it’s gone. Om de vraag te beantwoorden hoe wijdverbreid de googlization van ons leven is geworden, besloten we vorige week maandagmiddag om een week lang geen diensten van het bedrijf Google te gebruiken. Dus niet googelen. Geen filmpjes kijken van YouTube, niet e-mailen met Gmail, de agenda Google Calendar buiten gebruik stellen, etcetera. Vanmiddag is de week voorbij. Dit zijn onze conclusies.
1 E-mail is ons tweede geheugen geworden
De eerste conclusie geldt eigenlijk voor e-mail in het algemeen en heeft te maken met de vrijwel onbeperkte ruimte die e-mailgebruikers tegenwoordig hebben. Google was zes jaar geleden de eerste toen het met Gmail gebruikers gratis een gigabyte aan opslagruimte beschikbaar stelde. Je hoeft nooit meer iets weg te gooien, spiegelde het bedrijf ons voor. Als gevolg daarvan hoefden we ook minder te onthouden of elders op te schrijven. Inloggegevens, ideetjes, de tijd en plaats waar je met iemand hebt afgesproken: tijdens onze Google-loze week ineens allemaal onbereikbaar.
2 Google maakt ons lui
Leven zonder Google is natuurlijk niet onmogelijk, maar vergt wel meer improvisatie. In plaats van een woord waarvan je de spelling of betekenis niet kent, in de zoekmachine van Google te plakken, loop je naar een woordenboek. In plaats van in te typen „restaurant Utrecht” moeten we weer op zoek naar inwoners van die stad om advies te vragen voor een leuk eettentje.
3 De concurrent heeft vooralsnog geen goede alternatieven
We kunnen zelf wel besluiten om geen diensten meer van Google te gebruiken. Maar dan vallen veel andere sites ook af. Veel websites, onder meer die van NRC Handelsblad en De Telegraaf, hebben hun zoekfunctie uitbesteed aan Google. De plattegrondendienst Google Maps is de standaard in zijn genre. Bij het zoeken naar een restaurant bleken veel recensiesites (Iens, Dinnersite, Youropi) gebruik te maken van Google Maps. Alternatieven zijn er nauwelijks. De website van de Telefoongids en de Gouden Gids gebruikt de techniek van TeleAtlas, maar ook TeleAtlas werkt samen met Google. De nieuwe dienst van Microsoft, Bing Maps, is nog niet helemaal perfect. Als antwoord op de zoekopdracht ‘restaurants, Utrecht’ gaf Bing een aantal adressen in Nordrhein-Westfalen. Dat is toch echt wat te ver uit de buurt.
4 Laten we wel zijn: je kunt niet ontsnappen aan Google
Zelfs al mijd je bewust alle Google-diensten, dan nog bezoek je sites waar Google wordt gebruikt, voor en achter de schermen. Onderzoeksbureau Sysomos bekeek welke videoboer bloggers gebruiken. 81,9 procent van alle ingesloten (embedded) filmpjes en links naar filmpjes zijn YouTube-video’s. Als je een video op een blog bekijkt heb je dus een kans van 4 op 5 dat het een YouTube-filmpje is. Uit een steekproef van vier miljoen websites bleek eind vorig jaar dat op 28 procent van die sites het surfgedrag wordt gevolgd met bezoekers-teller Google Analytics. De site Builtwith.com houdt ook steekproeven en meldt dat ruim 14 procent van de websites die ze bijhouden reclame-uitingen van Google Ads plaatst. Ook gebruiken veel sites Google’s RSS-service Feedburner of Javascripts van Google en zijn veel weblogs gebouwd met Google Blogger. Leven zonder Google kan dus prima, maar surfen zonder blootgesteld te worden aan de invloed van Google, is nagenoeg onmogelijk.
Lees de blogberichten over de Week Zonder Google
Gepubliceerd op 1 maart 2010 in nrc.next