Bolivia, Reportage, Trouw

Lange mars tegen een snelweg

Deelnemers aan de protestmars (Foto's Peter Teffer)
Deelnemers aan de protestmars (Foto’s Peter Teffer)

Agua! Agua!” De inzittenden van een witte Toyota 4×4 voldoen deze hete middag aan de belangrijkste behoefte. Ze delen water uit aan de enkele honderden demonstranten die opnieuw een etappe lopen in hun lange mars vanuit het Boliviaanse Amazone-gebied naar de regeringszetel La Paz.

De marchistas protesteren tegen de geplande aanleg van een snelweg door het Isoboro Nationaal Park en indianenreservaat (in het Spaans afgekort als Tipnis). “Met deze mars verdedigen we ons territorium en hopen we de vernietiging van de natuur te voorkomen”, zegt deelneemster Juana Bejarano.

Ook de inheemse burgemeester Carlos Cayuba van het Amazone-dorp Concepción de Ichoa vreest dat de milieuschade door de snelweg groot zal zijn. “We hebben op andere plaatsen gezien dat zo’n weg altijd tot ontbossing leidt”, zegt Cayuba. “Dat risico willen we niet voor ons territorium nemen.”

Klik voor een pdf-versie van dit artikel
Klik voor een pdf-versie van dit artikel

De controverse rond het natuurgebied speelt al enige jaren. De regering van het straatarme Bolivia ziet in de aanleg van de weg vooral economische voordelen; de inheemse bewoners van het gebied zijn vooral bang voor milieuschade. De meerderheid van de Bolivianen is van inheemse afkomst, maar eensgezind is de bevolking allerminst.

Vorig jaar oktober was er sprake van optimisme onder de tegenstanders van de snelweg, toen na een soortgelijke mars de regering een wet aannam die het gebied ‘onaantastbaar’ verklaarde. De plannen voor de aanleg verdwenen in een la.

De euforie was echter van korte duur; voorstanders van de weg organiseerden een tegenmars. Met succes, want kort daarop besloot de regering een ‘consultatieproces’ te beginnen met voor- en tegenstanders van de weg, waarbij het plan voor een referendum over de snelweg werd voorgelegd.

De vraag wie er aan het consultatieproces mee mag doen, is omstreden, vertelt Dario Kenner van het Boliviaanse Platform tegen Klimaatverandering. “In het natuurgebied wonen tussen de tien- en twaalfduizend inheemsen, maar in het gebied net ten zuiden daarvan, in Chapare, wonen vijftienduizend cocatelers. Volgens internationale verdragen over de rechten van inheemse volkeren mogen alleen de inwoners van het natuurgebied beslissen over hun toekomst, en niet zij die daarbuiten wonen.”

Maar bij het consultatieproces worden zowel de mensen uit het gebied zelf als die uit Chapare betrokken. “Boze tongen beweren dat de regering die weg per se wil omdat het goed is voor de cocateelt”, zegt de Nederlander Ton Salman, die in Bolivia onderzoek doet naar democratie en participatie. De Boliviaanse president Evo Morales is zelf cocaboer geweest en onderhoudt goede banden met de coca-industrie in Chapare. Maar bewijs dat dit de reden is dat die snelweg er ‘wel of wel’ moet komen, is moeilijk boven tafel te krijgen, zegt Salman.

Deelneemster Juana Bejarano (links) tijdens de protestmars.
Deelneemster Juana Bejarano (links) tijdens de protestmars.

Rond half drie ’s middags arriveren Cayuba en de andere marchistas in het dorpje La Embocada. Daar krijgen ze een warm welkom van onder andere dorpbewoonster Catalina Ortega. Ze vindt de mars prachtig. “We hebben niet veel in ons dorp, maar waar we kunnen, willen we ze steunen.” De marchistas slaan er voor de dag hun kamp op.

Vandaag en morgen zullen tien vertegenwoordigers van de demonstranten op de klimaattop in Rio hun stem laten horen. Daarmee proberen de marchistas hun zaak op de internationale agenda te zetten.

Inheemse rechten

De ‘Negende inheemse mars ter verdediging van Tipnis’ past binnen een traditie van demonstraties van Boliviaanse indianen. In 1990 werd de eerste mars voor inheemse rechten gehouden vanuit het Boliviaanse laagland naar La Paz. Het was een belangrijk moment voor de inheemse bevolking van Bolivia. De achtste mars vond vorig jaar plaats en had ook als doel om de snelweg door het Tipnis-gebied tegen te houden. De regering sloeg de mars toen zo hardhandig uit elkaar, dat de beweging meer sympathie bij de bevolking kreeg. Dit keer lijkt de overheid een dergelijke escalatie te willen voorkomen.

Gepubliceerd op donderdag 21 juni 2012 in Trouw.

Plaats een reactie