Internet & dagelijks leven, Interview

Gesprekt met James Gleick: internet is belangrijk, maar niet goed of slecht

Welke effecten heeft de digitale wereld op de echte? Je hebt internetdenkers die lyrisch zijn, zoals Clay Shirky, die voorspelt dat met internet allerlei maatschappelijke problemen kunnen worden opgelost. Je hebt critici, zoals Nicholas Carr, die vreest dat de hapsnap-structuur van het web ervoor zorgt dat we ons vermogen om kritisch te denken verliezen.

En je hebt mensen die daar tussenin zitten, zoals schrijver James Gleick.

“Ik begrijp de bezwaren van mensen die wijzen op negatieve effecten van het internet en vind het goed dat sommigen daar aandacht aan besteden. Tegelijk denk ik niet dat het internet ons dom maakt”, vertelde Gleick me deze week tijdens een gesprek in Amsterdam. “Veel van de veranderingen die technologie veroorzaakt zijn positief, maar niet allemaal.”

Gleicks nieuwste boek, The Information, is dan ook niet bedoeld als gids voor de internetgebruiker. “Ik wil met mijn boek mensen aanmoedigen om niet alleen naar misschien wel voorbijgaande rages als Facebook en Twitter te kijken, maar vooral in grote lijnen te denken.”

Grote lijnen zijn er zeker in The Information: A History, a Theory, a Flood, dat in het Nederlands is vertaald als Informatie: van tamtam tot internet. Gleick begint zijn geschiedenis van informatie(-theorie) met de Afrikaanse drummers en de uitvinding van het alfabet, om vervolgens de ideeën en levensverhalen te vertellen van informatietheoretici als Charles Babbage, Alan Turing en, meest belangrijk, Charles Shannon. Zonder de ontdekkingen van Shannon was cyberspace niet mogelijk geweest, schrijft Gleick. In het gesprek voegt hij daaraan toe: “Shannon maakte net zo goed moderne computers mogelijk als het internet.”

Telegraaf

De verspreiding van dat internet is volgens Gleick “een enorm belangrijke overgang in de geschiedenis van de mensheid”. Het is volgens Gleick moeilijk om een precedent te vinden van een medium met een vergelijkbare impact. “De telegraaf misschien”, zegt Gleick. “De periode kort na de introductie van de telegraaf lijkt veel op de periode na de introductie van internet, wat betreft publiek enthousiasme voor de nieuwe technologie. In beide gevallen hadden mensen door dat ze in een periode leefden waarin de wereld duidelijk veranderde.”

De telegraaf, zo beschrijft Gleick ook in zijn boek, maakte bijvoorbeeld weersvoorspellingen mogelijk. “Vóór de telegraaf hadden mensen geen mogelijkheid om het weer in Amsterdam en het weer in Berlijn met elkaar te vergelijken. Sinds de telegraaf weten we dat het weer een mondiaal systeem is.” De telegraaf heeft de manier waarop de mensheid denkt over het weer veranderd.

Wikipedia

Maar welke ideeën nu precies worden veranderd door internet, vindt Gleick moeilijk te zeggen. “Het is nog zo vroeg.” Gleick blijft er genuanceerd over. Één voorbeeld wil Gleick wel noemen, dat ook uit zijn boek komt, en waarover hij eerder in de week ook al had gesproken. “Wikipedia heeft echt effect gehad op onze houding tegenover kennis.” Maandag zei hij: “We leren om niet een definitef antwoord te verwachten.”

Maar is iedereen wel zo kritisch? Moeten mensen niet wat meer mediawijs worden bijvoorbeeld om niet zomaar alles te geloven wat ze op internet lezen? Gleick: “Ik vind niet dat het mijn taak is om mensen te zeggen hoe ze zich moeten gedragen. Natuurlijk is het nuttig als mensen wordt geleerd dat ze sceptisch moeten zijn, maar dat is niets nieuws. En ik geloof dat mensen dat vanzelf wel leren.”

Advertentie

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s