Achtergrond, Internet & politiek, NRC Handelsblad, nrc.next

Zes tips om online campagne te voeren voor het Europees Parlement

Voer de strijd om Europa à la Obama

Rotterdam, 9 april. Als Barack Obama het kan, waarom Hans van Baalen dan niet, of Dennis de Jong? De Amerikaanse president heeft in zijn verkiezingscampagne vorig jaar veel nieuwe kiezers weten te bereiken via internet. Sommige bloggers, zoals Ariana Huffington van het invloedrijke linkse weblog The Huffington Post, zeggen zelfs dat Obama president is geworden dankzij zijn gelikte onlinecampagne. Het is opgevallen, ook in Europa. Microblogsite Twitter kreeg er de afgelopen weken flink wat kandidaat-Europarlementariërs bij en YouTube wordt gevuld met partijfilmpjes. In juni zijn de verkiezingen voor het Europees Parlement, traditioneel een stembusgang die niet veel belangstelling krijgt. Wat kunnen kandidaat-Europarlementariërs leren van Obama om ‘Europa’ aantrekkelijker te maken?

Zorg dat je overal aanwezig bent

Het aantal sociale netwerksites (zie inzet Web 2.0) is de laatste jaren flink gegroeid. De nu immens populaire sites YouTube (video), Twitter (berichten van maximaal 140 tekens) en Hyves (contact met vrienden onderhouden via berichten en foto’s) bestonden niet eens bij de vorige Europese verkiezingen, vijf jaar geleden. Facebook en MySpace stonden nog in de kinderschoenen. Naast de algemene netwerksites zijn er ook varianten met een specifieke doelgroep: netwerksites voor Afro-Amerikanen, jazzliefhebbers, hockeyfans, noem maar op. Volgens An de Jonghe, blogger en auteur van het boek Social Networks Around The World, begreep Obama dat zijn boodschap moest klinken op elk van die sites, omdat die allemaal een andere doelgroep aanspreken.

Herman Beekers, webmaster van de SP, merkt dat de laatste tijd websites als iGoogle en Netvibes in opmars zijn. Op die sites kan de gebruiker zijn eigen startpagina indelen met kleine programmaatjes – zogeheten widgets – die bijvoorbeeld het weer voorspellen of het laatste nieuws tonen. „Naarmate zoiets meer aanslaat, moeten wij met onze boodschap ook op die sites komen”, zegt Beekers. Zo heeft de SP op Hyves een widget met nieuwsberichten over de partij. Andere Hyvers zetten die widget op hun eigen pagina en vervolgens worden de SP-standpunten gratis verspreid.

Gebruik het web om vrijwilligers te werven

Obama’s campagne maakte niet alleen slim gebruik van internet om mensen te informeren, maar vooral om vrijwilligers aan zich te binden. Het kwam voor dat zijn officiële campagneteam aankwam in een staat waar vrijwilligers al weken op eigen houtje bezig waren met activiteiten.

Volgens de campagneleider van GroenLinks, Jaap de Bruijn, is het werven en binden van vrijwilligers het belangrijkste onderdeel van de internetstrategie van zijn partij. „Je kunt zeggen over een politicus: die heeft maar duizend ‘volgers’ op Twitter, die bereikt dus niet veel mensen. Maar het effect is veel groter, omdat die volgers de berichten doorpubliceren. Het werkt als een sneeuwbal.” Het bijzondere van die bottom-up-activiteiten is precies het onvoorspelbare eraan: ze laten zich niet organiseren. Als partij kun je alleen het gereedschap beschikbaar stellen waar mensen zelf een minicampagne mee kunnen voeren, zoals die widgets.

Wees niet bang de controle te verliezen

Web 2.0 bestaat per definitie uit inhoud gemaakt door ‘de man op straat’ en is wars van hiërarchie. Als allerlei vrijwilligers hun eigen minicampagne gaan voeren, kan dat ertoe leiden dat een politicus de controle verliest. Volgens de Belgische blogger De Jonghe is dat een van de redenen waarom in haar land politici nog weinig gebruikmaken van sociale netwerksites. „Ik denk dat veel politici redeneren: mijn mening houd ik eenrichtingsverkeer, dan beheers ik mijn imago.”

GroenLinkser De Bruijn relativeert de angst voor een wildgroei aan bloggers die uit de pas lopen. „In het echte leven heb je dat ook. Een GroenLinks-lid kan op een verjaardag heel goed een andere mening verkondigen dan het partijstandpunt.”

Gebruik video – het is gratis zendtijd

Een video die op internet wordt bekeken is waardevoller dan een reclamespot die op televisie voorbijkomt, omdat in het eerste geval de kijker ervoor gaat zitten – zijn vrienden hebben immers gezegd dat het de moeite waard is. Het voordeel van videowebsite YouTube is dat een filmpje gemakkelijk in een ander weblog op te nemen is (‘embedden’) en – als het goed genoeg is – zich gratis over internet verspreidt.

D66 heeft sinds oktober vorig jaar een kanaal op YouTube. Lijsttrekker Sophie in ’t Veld: „Je kunt de tekst van mijn speeches op het D66-congres wel op een website zetten, maar dat leest geen kip, behalve mijn moeder. Maar die filmpjes, dat is visueel en dus veel toegankelijker.”

Een andere manier om video te gebruiken is door een zogeheten viral te starten, een fenomeen dat vooral in de marketing wordt gebruikt. Mensen worden via e-mail uitgenodigd om op een website de video te bekijken. Meestal wordt het filmpje gepersonaliseerd, zodat de naam van de geadresseerde (ingevuld door de afzender) er onderdeel van uitmaakt. De SP maakt al enkele jaren gebruik van deze techniek, waarbij op het einde van een filmpje de geadresseerde persoonlijk wordt aangesproken om de partij te steunen.

Richt je op de inhoud en houd het lokaal

Wat niet gemakkelijk te kopiëren is door Europese verkiezingscampagnes, is de persoonlijkheidscultus rondom Obama. Partijen sturen in de regel niet hun sprankelendste kandidaat naar Brussel. De ‘charismafactor’ ontbreekt, zegt Ruth Spencer, een Canadese journalist die bij het European Journalism Center in Maastricht verantwoordelijk is voor een groot Europees weblogproject. „Als je geen opzwepende lijsttrekker hebt, richt je dan op de issues. En houd het lokaal. Laat zien dat onderwerpen in het Europees Parlement effect hebben in je achtertuin.”

Ook An de Jonghe benadrukt het belang van thema’s. „Voor de meeste burgers is Europa een ver-van-mijn-bedshow. Je moet je op een aantal thema’s concentreren, zoals landbouw of subsidies. Begin te bloggen over die thema’s, zodat mensen die via zoekmachines naar dat thema zoeken, op je blog terechtkomen.” Ook kan een blog onbekende kandidaten bekendheid geven. „Je stemt nog altijd op mensen. Kiezers willen zich identificeren met personen.”

Je kunt niet alles oplossen met web 2.0

Een goede internetcampagne is geen garantie voor electoraal succes. Ook het Amerikaanse Congreslid Ron Paul, die de Republikeinse presidentskandidaat wilde worden, maakte veelvuldig gebruik van netwerksites. Toch hadden de Republikeinen meer vertrouwen in John McCain. De Jonghe relativeert: „Web 2.0 is niet het antwoord om snel en zonder moeite gekozen te worden.”

D66-lijsttrekker In ’t Veld is op diverse netwerksites te vinden. Ze blogt op haar eigen site, en die stukjes worden door medewerkers doorgeplaatst op Hyves en Facebook. Sinds kort maakt ze gebruik van Twitter. „Het is wel aardig, maar je moet oppassen dat het niet al te oppervlakkig wordt. Je moet je niet blind staren op de techniek. Het heet nieuwe media, het is een middel. Uiteindelijk moet het toch ergens over gaan.”

Van een aantal partijen is op internet nog weinig te vinden over de Europese verkiezingen. De PVV heeft geen kandidaten op Hyves en op Twitter is het tevergeefs zoeken naar VVD-lijsttrekker Hans van Baalen. Dat komt wel, zegt VVD-campagnemanager Boudewijn Revis. „De VVD zal eind april een flinke sprong maken. Volgens mij zijn mensen nu nog helemaal niet bezig met de verkiezingen.”

Web 2.0

Obama’s campagneteam maakte op internet vooral gebruik van sociale netwerksites, oftewel web 2.0. Dit zijn websites waarvan de inhoud vooral wordt aangeleverd door de gebruikers. Voorbeelden zijn Facebook, YouTube, MySpace en Twitter. Het internet bestaat uit tal van kleine clubjes. Obama probeerde elk van die groepjes aan te spreken. De drie hoofddoelen van de internetcampagne waren:

  • de politieke boodschap verspreiden
  • vrijwilligers werven en organiseren
  • financiële donaties werven

Gepubliceerd op 9 april 2009 in nrc.next en NRC Handelsblad.

Advertentie

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Twitter-afbeelding

Je reageert onder je Twitter account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s