Internet & dagelijks leven, NRC Handelsblad, Reportage

Kinderen die na internet werden geboren over online leven

Op MSN maak je sneller vrienden en sneller ruzie

Scholieren zijn gewend om voor de computer te leven en vier dingen tegelijk te doen. Vrienden maken doen ze makkelijker via chat-diensten omdat ze daarop minder verlegen zijn dan op het schoolplein.

Dit artikel als pdf downloaden

Zwolle, 7 dec. In de studieruimte van de Zwolse middelbare school Greijdanus zit vwo-leerling Ruben aan tafel te kletsen met leeftijdgenoten. Voor het boek in zijn handen heeft hij even geen aandacht. Maar thuis is Ruben (16) een multi-tasker: op een groot beeldscherm kijkt hij gedownloade films terwijl hij met vrienden chat via het programma Messenger van MSN. Daarnaast houdt hij contact via website Hyves en praat hij met een headset via Skype met vrienden terwijl ze samen de game Call of Duty spelen.

Toen Ruben werd geboren, bestond het wereldwijde web al. De ‘voor-internetse’ situatie waarin mensen niet gemakkelijk en continu met elkaar verbonden waren, kent hij niet. Wat betekent dat voor de manier waarop hij en zijn generatiegenoten zich gedragen en tegen communicatie aankijken?

Veel van de negen miljoen Nederlanders die een profiel hebben op Hyves, zijn lid van een netwerk van hun vroegere school. Het Hyves-netwerk van de Zwolse afdeling van het Greijdanus College is met 5.555 leden het grootste. Het dozijn kinderen met wie deze krant op een maandagochtend spreekt hebben dan ook allemaal een Hyves-account. Ook praten ze allemaal met hun vrienden via MSN Messenger, kortweg MSN. Een aantal gebruikt het meer internationale Facebook, meestal om contact te houden met vakantievriendjes. Een enkeling twittert.

De twee vriendinnen Elke en Lonneke (allebei 14) Hyven en msn’en met elkaar, maar blijven echt contact toch het leukste vinden. Wel helpen de sociale media om meer vriendschappen te onderhouden. „Als er geen internet zou zijn, zou ik wel minder contact hebben met mijn vrienden”, zegt Lonneke. Een van haar vriendinnen heeft ze via Hyves leren kennen. Ruben: „Voor 2009 had niemand in mijn klas Hyves. Nu steeds meer mensen het gebruiken, is het wel gezellig.”

Ook werkt online communicatie drempelverlagend. „Als je iemand niet goed kent, is het prettiger om via internet contact te hebben”, zegt Elke. „Je hebt meer lef op MSN.”

Dat vinden Willemijn (13) en Merel (12) ook. Merel: „Op MSN durf je meer te zeggen. Als je je schaamt kan de ander je hoofd niet zien.” Willemijn: „In het echt ben ik soms verlegen, maar op MSN kan ik makkelijker praten.”

Volgens psychologen zijn er inderdaad minder remmingen bij online contact vergeleken met gesprekken in het echt. „Dat komt onder meer doordat je anoniemer bent en niet fysiek geraakt of gezien kan worden”, zegt mediapsycholoog William Rice. „Maar het wordt ook makkelijker om mensen als object te zien.”

De lage drempel heeft nadelen, weet ook Lonneke. „Op MSN heb je makkelijker ruzie dan als je met iemand belt. Dan typ ik iets, druk ik op enter en denk ik oh, shit. Het floepte er gewoon uit.” Ook pesten gebeurt makkelijker via het net, zeggen Elke en Lonneke.

„Mensen houden op internet soms weinig rekening met gevoelens van anderen. Je kunt emoties via een beeldscherm niet goed inschatten omdat non-verbaal gedrag ontbreekt”, aldus Ard Heuvelman van de Universiteit Twente, co-auteur van onder meer Mediapsychologie (2009). „Algemene regels of normen voor behoorlijk gedrag zoals we die bij face-to-face contact hebben, bestaan op het internet nog niet.”

Toch lijkt er wel enige consensus onder kinderen te zijn over wat wel en niet kan via sociale media. Ze denken er niet actief over na, maar kennen onbewust de mores. Zo is iedereen zich goed bewust van het openbare karakter van het populaire ‘krabbelen’, een bericht sturen, op Hyves. Toen Lonneke onlangs op Hyves een serieus onderwerp wilde aansnijden, zei haar vriendin Elke „dat ze maar even moest bellen”.

De stichting Mijn Kind Online publiceerde vorig jaar een onderzoek naar het gebruik van Hyves bij kinderen van 8 tot 17 jaar. Daaruit bleek dat kinderen zeggen dat ze voor intieme onderwerpen bijna nooit de openbare webdiensten gebruiken. Minder dan één op de tien krabbelde een „persoonlijk gesprek” in het openbaar. Negentig procent gebruikte Hyves nooit om te roddelen, ruzie te maken en verkering te vragen of uit te maken, zij die dat wel deden gebruikten meestal een privébericht.

Het chatprogramma MSN Messenger kan volgens de kinderen van het Greijdanus juist prima worden gebruikt voor een serieus gesprek. Dat de aandacht voor het chatten moet worden gedeeld met gamen of surfen, zien de kinderen niet als een probleem. „Soms kijk ik tussendoor een film en vergeet ik wat iemand heeft gezegd. Maar dat is niet erg want ik kan het makkelijk weer teruglezen”, zegt Linde (16). De technologie die voor verslapping van de aandacht zorgt, biedt ook een hulp voor het geheugen in de vorm van het chatarchief.

Mediapsycholoog Rice vindt dat het internet niet als boeman moet worden neergezet om de internet-generatie af te schrijven. „Er wordt veel geklaagd dat de jeugd analfabeet wordt, te dom om succesrijk te zijn in de maatschappij. Maar die maatschappij wordt heel anders en vraagt juist om digitale vaardigheden.”

Ook de 14-jarige Elke denkt dat het wel meevalt met de oppervlakkigheid van haar generatie. „Ik zie nog steeds vrienden op school en met sporten. Pas als dat niet meer is, heb je een probleem.”


Internetgeneratie (vanaf 1993): dommer of slimmer?

Het wereldwijde web brak in 1993 door bij het grote publiek en daarmee is er nu een hele generatie opgegroeid die gewend is te communiceren en informatie te zoeken via wat ooit ‘de digitale snelweg’ werd genoemd. De afgelopen jaren verschenen diverse boeken over deze generatie. John Palfrey en Urs Gasser noemen hen digital natives, de digitaal inheemsen. „Een ding is zeker: deze kinderen zijn anders”, schrijven zij in hun boek Born Digital: Understanding the First Generation of Digital Natives (2008). „Belangrijke aspecten van hun leven – sociale interactie, maatschappelijke activiteiten – komen tot stand via digitale technologie.”

Andere auteurs zijn sceptisch. Ze vrezen dat constant twitteren en gamen in plaats van boeken lezen zal leiden tot een domme, oppervlakkige generatie, die zich niet meer kan concentreren. Mark Bauerlein schreef het boek The Dumbest Generation, How the Digital Age Stupefies Young Americans and Jeopardizes our Future (2008). „De 21e-eeuwse tiener (…) maakt geen grote sprong voorwaarts in menselijke intelligentie”, aldus Bauerlein. Nicolas Carr schrijft in The Shallows, What the internet is doing to our brains (2010).zelfs dat de manier waarop het internet werkt de fysiologie van onze hersenen verandert.

Lees ook: Interview met Nicholas Carr

Gepubliceerd op 7 december 2010 in NRC Handelsblad

Advertentie

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Twitter-afbeelding

Je reageert onder je Twitter account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s