Wie internet aan banden wil leggen, moet internet vrezen. Sites zijn makkelijk plat te leggen. „Acties moeten kort en krachtig zijn”, weet de 16-jarige B.

Rotterdam, 15 dec. Een van de Nederlanders die hebben meegedaan aan de cyberaanvallen namens Anonymous „kreeg het wel even benauwd” toen hij hoorde dat twee jongens waren opgepakt voor het tijdelijk platleggen van websites. Toch ziet de 16-jarige scholier uit Rotterdam, die alleen met zijn voorletter B in de krant wil, geen reden waarom juist hij zou moeten vrezen voor arrestatie.
Het is ook moeilijk voor te stellen dat een aantal klikken op de computer kan leiden tot een tijd in een cel zitten. Het platleggen van een site voelt „onwerkelijk”. En „het geeft een gevoel van macht”.
In een van de e-mails voorafgaand aan een telefoongesprek met deze krant schrijft B al dat hij geen „internetterrorist” is. Hij is ook geen hacker en niet van plan er één te worden. De aanvallen, onder de vlag Operation Payback, hebben een gericht doel: duidelijk maken dat klokkenluiderswebsite WikiLeaks moet kunnen doorgaan met het publiceren van belangrijke informatie, en dat het internet vrij en open moet blijven. Afgelopen nacht werd de website van het Zweedse Openbaar Ministerie, dat uitlevering van WikiLeaks-oprichter Julian Assange wil, tijdelijk platgelegd. B. deed eerder mee aan een vergelijkbare aanval op de site van het Nederlandse OM.
„Het is belangrijk om vrijheid van meningsuiting op internet te behouden. Internet is de enige echt vrije plaats om te doen wat je wilt”, aldus B. „Er zijn wel grenzen, zoals kinderporno, dat vind ik niet kunnen. Maar die grenzen liggen bij de uitersten.”
Nadat een aantal bedrijven, waaronder MasterCard en Visa, hun samenwerking met WikiLeaks hadden ingetrokken, werden zij getroffen door zogeheten ddos-aanvallen (distributed denial of service). B hoopt dat „bedrijven voortaan nadenken over wat ze doen en niet zomaar censuur gaan plegen”. Dat klanten de dupe werden omdat de websites van bedrijven onbereikbaar waren, neemt hij voor lief. „Het is niet leuk voor die mensen, nee. Daarom moeten het korte en krachtige acties zijn, waarbij zo min mogelijk mensen worden gedupeerd.”
De site die ‘op zwart’ wordt gezet, moet wel een gelegitimeerd doel zijn, vindt de scholier. „Ik ben er zwaar op tegen om onschuldige sites zomaar voor de grap plat te leggen.”
Wie bepaalt of een site ‘schuldig’ is of niet? Dat is moeilijk te bepalen, erkent de jongen. Maar hij wijst erop dat Anonymous een zelfregulerend mechanisme heeft. „Het beste aan Anonymous is dat het geen leider heeft. Het is 100 procent democratisch. De mening definieert de groep. Als je het niet eens bent met het doel, doe je niet mee. Alleen goede ideeën krijgen genoeg mensen achter zich.” Een cyberaanval op grote websites is pas effectief als een substantieel aantal mensen meedoet.
Daarom denkt B ook dat er weinig kans is dat van al die duizenden hij wordt gearresteerd voor zijn aandeel aan de ddos-aanvallen. „Ik denk dat ze die twee mensen hebben opgepakt om een voorbeeld te stellen, om duidelijk te maken dat ddos-aanvallen strafbaar zijn.”
Heeft hij ervan geleerd? „Ik ben voorzichtiger geworden en heb meer beveiliging op mijn computers gezet, zodat ik moeilijker te traceren ben. Ik vind Anonymous heel belangrijk, te belangrijk om op te geven.”
Onderzoekers van de Universiteit Twente zeggen dat het niet moeilijk is een deelnemer te vinden, in hun analyse van het voor de ddos-aanvallen gebruikte programma, het Low Orbit Ion Cannon (LOIC). Het IP-adres van de aanvaller wordt meegestuurd met de pakketjes data die voor de overbelasting zorgen. In combinatie met de Europese verplichting dat internetproviders data minstens zes maanden bewaren, „is de groep die zich Anonymous noemt (…) allesbehalve anoniem”.
Een strafzaak kan formeel leiden tot maximaal 76.000 euro boete of zes jaar cel.
Het is even stil aan de telefoon. „Dat wist ik niet… Dat zijn flinke straffen”, zegt B.
B bedenkt dat hij in ieder geval nog voorzichtiger zal zijn en dat het slim is geen Nederlandse websites aan te vallen. Het Openbaar Ministerie en de politie waren bij de arrestatie van een 19-jarige jongen vast niet blij met het feit dat hij juist hun websites had platgelegd.
B herhaalt, misschien om zichzelf gerust te stellen, dat de kans relatief klein is dat hij wordt opgepakt. „Ik vind het doel belangrijk”. En: „Als meer mensen worden opgepakt, dan stop ik er misschien wel mee. In ieder geval voorlopig.”
Gepubliceerd op 15 december 2010 in NRC Handelsblad