Achtergrond, Censuur en controle, NRC Handelsblad

Tunesië houdt opties om web te controleren

Het internetfilter in Tunesië is opgeheven. Het regime heeft echter nog andere middelen om de vrijheid te beknotten.

Rotterdam, 18 jan. Videosite YouTube, de e-maildienst van Google, fotosite Flickr, de Tunesische nieuwssite Nawaat – alles doet het weer in Tunesië. „Volgens de laatste berichten is de internetcensuur opgeheven. Het lijkt dat alle sites op internet weer zijn toegestaan, behalve pornografische beelden”, zegt Sami Ben Gharbia.

De Tunesische blogger Ben Gharbia onderhoudt vanuit Berlijn veel contact met zijn vaderland. Hij is medeoprichter van het Tunesische bloggerscollectief Nawaat.org en medewerker van de pro-internetvrijheid stichting Global Voices. Ben Gharbia is „voorzichtig positief”, meldt hij telefonisch. „Tot nu toe gaat het de goede kant op. Maar we blijven voorzichtig.”

Het was een van de eisen van de demonstranten die Ben Ali – toen nog president van Tunesië – vorige week inwilligde. In een toespraak kondigde hij donderdag aan dat er „totale vrijheid van de pers en een einde aan de internetrestricties” zou komen. Diezelfde avond kwamen er meldingen dat voorheen geblokkeerde sites in Tunesië weer bereikbaar waren. Ook enkele bloggers zijn uit de cel vrijgelaten.

De Tunesische regering had het internet stevig onder controle. Volgens onderzoekers van het Open Net Initiative paste het regime de zwaarste categorie – „doordringend filteren” – toe op sites met politieke en sociale inhoud, en op internetdiensten als sociale media. Internetgebruikers die in Tunesië een verboden website wilden bezoeken kregen een foutmelding (‘404 File not found’). De internetter wist dus niet of hij tegen een blokkade of een technisch probleem was opgelopen.

Nu zijn vrijwel alle internetfilters ter wereld op een of andere manier te omzeilen. Maar dit kat-en-muisspel tussen de overheid en internetgebruikers wordt slechts gespeeld door een beperkte groep, concludeerden vorig jaar onderzoekers van het Berkman Center van de universiteit van Harvard. Niet meer dan 3 procent van de bevolking van landen die het net filteren, gaat op zoek naar een manier om het filter te omzeilen. De onderzoekers vermoeden dat gebruikers niet weten dat de gereedschappen bestaan, ze niet kunnen vinden, of het te risicovol vinden om ze te gebruiken.

Het opheffen van het internetfilter brengt Tunesiërs echter nog geen garantie op internetvrijheid. Er zijn nog tal van methodes waarmee de regering zijn burgers in de gaten kan houden. Het regime kan het internet net zo goed in zijn voordeel gebruiken.

In het boek Access Controlled (2010) merkten Ronald Deibert et al. op dat autoritaire regimes steeds subtielere controlemiddelen gebruiken. Sommige daarvan werden in Tunesië al toegepast, zoals de verplichting voor bezoekers van internetcafés om zich te identificeren. Of die regel van kracht blijft, is nog onduidelijk.

Een ander onderdrukkingsmiddel, dat ook in de afgelopen weken is gebruikt, is het inbreken in e-mailadressen en profielen van sociale media. Via misleidende sites ontfutselden onbekenden de wachtwoorden van gebruikers van Facebook, Yahoo, Gmail en Hotmail, om foto’s van en berichten over het protest te verwijderen.

Dat is sinds de toespraak van Ben Ali niet meer gebeurd, voor zover blogger Ben Gharbia weet. Hij denkt niet dat de regering de internetcensuur zal herstellen. „De regering weet dat dat de verkeerde beslissing zou zijn. Anders komen er weer nieuwe protesten.”

Gepubliceerd op 18 januari 2011 in NRC Handelsblad

Advertentie

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s