Tegenlicht: De wereld na WikiLeaks
De mensen achter klokkenluiderssite WikiLeaks zeggen dat ze voor totale transparantie zijn. Hoe verandert onze samenleving als dat doel wordt bereikt? In het slot van een tweeluik over klokkenluiderssite WikiLeaks gaat filosoof Rob Wijnberg op bezoek bij drie denkers. De Tegenlicht-documentaire De wereld na WikiLeaks is gelukkig breder dan alleen WikiLeaks en beschrijft het internet als cultureel fenomeen.
De Amerikaan Kevin Kelly, oprichter van het technologieblad Wired en auteur van What Technology Wants (2010), legt uit waarom hij de uitvinding van het internet net zo belangrijk vindt als het beheersen van vuur, en zelfs belangrijker dan het bedenken van het alfabet. Iedereen is met iedereen verbonden en zo verschuift volgens Kelly onze identiteit van een individueel niveau „naar een soort superorganisme”.
In Barcelona vertelt de Canadese mediafilosoof Derrick de Kerckhove dat er een verschuiving plaatsheeft „van een privacycultuur naar een non-privacycultuur”. Moeten we ons daar zorgen over maken? „Ja, natuurlijk!” Maar wie het belangrijker vindt om veel Facebook-vrienden te hebben, heeft daar lak aan.
De Britse schrijver Theodore Dalrymple is het meest negatief over WikiLeaks. Hij wijst op het gevaar van totale openheid. „Mensen zullen huiverig zijn om op te schrijven wat ze echt vinden, maar alleen nog opschrijven wat de autoriteit – in dit geval WikiLeaks – mag weten. Daarmee veroorzaakt WikiLeaks hetzelfde effect als totalitaire regimes.”
En wie geeft WikiLeaks de autoriteit om te besluiten over wat het openbaart? Daar is volgens Kelly geen antwoord op. Want zelfs als je een systeem ontwerpt waarin is bepaald wie beslissingen neemt over wie dat besluit: wie besluit dat dan weer?
Peter Teffer
Gepubliceerd op 24 januari 2011 in NRC Handelsblad