Mark Zuckerberg was bijna dood geweest. De toen 20-jarige topman van Facebook had in mei 2005 net een investeringscontract getekend met investeerder Accel en daarbij een bonus van een miljoen dollar veiliggesteld. Op weg naar zijn vriendin stopte Zuckberg bij een tankstation in een ruige buurt in het Californische Palo Alto. Tijdens het tanken liep een man met een vuurwapen in zijn hand naar Zuckerberg toe. Omdat de overvaller dronken of gedrogeerd leek, besloot Zuckerberg een gok te nemen: hij stapte rustig zijn auto in en reed ongedeerd weg.
Deze, en meer anekdotes uit de geschiedenis van het bedrijf, vertelt David Kirkpatrick in het boek Het Facebook Effect.
Het beeld dat de veelbekeken film The Social Network van David Fincher vorig jaar neerzette van Zuckerberg – Jesse Eisenberg speelde hem als wraakzuchtige en kwaadaardige nerd – klopt niet, schrijft Kirkpatrick. Anders dan de film-Zuckerberg was de echte Zuckerberg namelijk wel succesvol in de liefde. En waar de film een groot gedeelte besteedt aan de rechtszaak die de tweeling Winklevoss heeft aangespannen tegen Face-book, denkt Kirkpatrick niet dat Zuckerberg het idee voor Facebook heeft gestolen van de site Harvard Connection van de ‘Winklevii’.
Harvard Connection was bedoeld als gids voor feestjes en als datingsite. Facebook ging over contact onderhouden met je vrienden.
Daar verschilt Facebook essentieel van eerdere sociale netwerksites. Voorgangers als Friendster (waar ook Zuckerberg en de Winklevii lid van waren) en MySpace stonden toe dat hun gebruikers een schuilnaam gebruikten. Die sites werden vooral gebruikt om nieuwe mensen te leren kennen. Bij Facebook is iedereen verplicht zijn echte naam gebruiken. Het gevolg is dat de gebruikers van de dienst weten met wie ze hun informatie delen en dat dus massaal zijn gaan doen. Hoewel Facebook regelmatig in opspraak komt vanwege privacykwesties, onderscheidt de site zich van andere netwerksites door de controle over wie toegang heeft tot je profiel. De pagina’s van MySpace-leden waren standaard toegankelijk voor iedereen.
Bij de lancering van Facebook (toen nog Thefacebook geheten) in februari 2004 konden alleen Zuckerbergs medestudenten aan Harvard lid worden. Op doordachte wijze breidde de site vervolgens uit naar andere universiteiten. Pas als er genoeg verzoeken van studenten waren – en er dus gegarandeerde vraag was – breidde Facebook uit naar een andere universiteit. Zuckerberg speelde ‘hard to get’.
Het wiskundige vak grafentheorie dat Zuckerberg op Harvard had gevolgd, hielp hem om netwerken te begrijpen. Dat blijkt ook uit de tactiek die Facebook gebruikte om concurrenten zoals Harvard Connection te slim af te zijn: als een concurrerende netwerksite op een school of universiteit werd geïntroduceerd, breidde Facebook niet alleen uit naar die locatie, maar meteen ook naar scholen in de buurt. Want als al je vrienden, neefjes en zussen die elders studeren, op Facebook zitten, wordt die site voor jou aantrekkelijker.
David Kirkpatrick beschrijft op een aantrekkelijke manier de fascinerende geschiedenis van Face-book, dat in minder dan acht jaar ruim 750 miljoen gebruikers wist te verwerven. Zijn bewondering voor het bedrijf belet hem echter niet om kritische opmerkingen te plaatsen, vooral over de manier waarop het bedrijf omgaat met privacy. Meerdere keren loopt Face-book te ver voor zijn gebruikers uit, bijvoorbeeld toen het de standaard instelling in 2009 aanpaste naar ‘profielen toegankelijk voor iedereen’. Onlangs stuurden Nederlandse gebruikers nog een kettingbrief rond tegen het automatisch doorgeven van zogeheten likes (waarderingen) en comments (reacties). Die tactiek – een wijziging invoeren, kijken wat de reactie is en achteraf excuses maken als gebruikers het niet pikken – wordt meer gebruikt in Silicon Valley. Ook Google weet er raad mee.
Auteur: David Kirkpatrick Titel: Het Facebook Effect Uitgeverij: BoekerijISBN 9789460927645, 399 pagina’s, € 21,95
Gepubliceerd op 22 oktober 2011 in NRC Handelsblad. Downloaden als pdf.