Boekrecensie Hacking Work – Breaking Stupid Rules for Smart Results (Auteurs: Bill Jensen, Josh Klein) en The Mesh – Why the Future of Business is Sharing (Auteur: Lisa Gansky)
Iedere werknemer heeft wel een verhaal over systemen of procedures die zijn bedoeld om het werk te vergemakkelijken, maar het tegenovergestelde bereiken. Onhandige computerprogramma’s. Overbodige vergaderingen. Computersystemen die thuis of onderweg niet functioneren.
Hoewel het aantal gebruiksvriendelijke programma’s en werkmethoden dankzij het internet groter is dan ooit, blijven bedrijven vasthouden aan systemen die ontworpen zijn met het bedrijf, en niet de gebruiker, in gedachten, schrijven Bill Jensen en Josh Klein. Maar in die al te herkenbare frustratie hoeven we niet te berusten. Hun boek Hacking Work: Breaking Stupid Rules for Smart Results bepleit een slimmer gebruik van digitale media om werk aangenamer te maken. Vrijwel elk programma waar de baas ons mee laat werken, heeft een efficiënter, vaak gratis alternatief op het web.
Zoals werknemers die, om samen een rapport te schrijven, Google Documents gebruiken in plaats van het door het bedrijf gekochte SharePoint van Microsoft. In het boek geven de auteurs nog een aantal voorbeelden van succesvolle hacks. Maar echt veel praktische tips staan er niet in. De schrijvers roepen vooral op tot een verandering van mentaliteit.
Jensen en Klein, respectievelijk consultant en hacker, schrijven vlot en aanstekelijk. Opruiend, haast: „Werkgevers hacken jouw systeem al sinds je bent geboren, elke keer dat ze je iets proberen te verkopen. (…) Het is tijd om terug te hacken.” Het uitvoeren van een goede hack, ook wel workaround, komt overigens óók het bedrijf ten goede. Niet de baas is de vijand, maar het systeem. Goedhartige hackers moeten overigens niet worden verward met criminelen die inbreken in computers om creditcardgegevens te stelen.
Terughacken kan dankzij de digitalisering van veel werkzaamheden. Voor het eerst sinds de industriële revolutie zijn de gereedschappen die werknemers gebruiken niet langer exclusief in handen van de werkgever. Volgens de auteurs is hiermee zelfs de droom van Marx aan het uitkomen: „Arbeiders krijgen meer en meer controle over de productiemiddelen”.
Meer controle is er ook voor consumenten. Informatie is macht en dat heeft de moderne consument steeds meer, schrijft internetondernemer Lisa Gansky in The Mesh. Met een smartphone op zak kan iemand met de dienst OpenTable direct zien bij welk restaurant er nog een tafeltje voor twee beschikbaar is, en of vrienden het eten aanraden.
OpenTable is een voorbeeld van een dienst die volgens Gansky valt onder een nieuw verdienmodel dat ze de ‘Mesh’ noemt. Mesh-bedrijven gebruiken sociale media en draadloze netwerken om hun producten aan te bieden aan klanten op het moment dat ze die nodig hebben. Ze voorspelt ook dat we bepaalde producten niet meer willen kopen: huren is genoeg (Gansky heeft het over ‘delen’). Mooi meegenomen is dat daardoor minder grondstoffen nodig zijn: beter voor het milieu.
Volgens Gansky is het huren van diensten aantrekkelijker geworden dankzij de opkomst van mobiel internet en het ‘internet der dingen’ – oftewel de verbinding tussen fysieke producten die een aanwezigheid hebben in de digitale wereld, bijvoorbeeld een apparaat met een GPS-zender.
Zo wordt autoverhuur veel aangenamer als de auto voorkeuren onthoudt. Nadat de autodeuren opengaan middels een via sms ontvangen streepjescode, zet de autoradio automatisch de favoriete zender op, gaat de verwarming op de gewenste stand en laat het navigatiesysteem alvast de meestbezochte bestemmingen zien.
Gepubliceerd op 17 januari 2011 in NRC Handelsblad.