Zaak tussen Marvel en kinderen tekenaar Kirby kan invloed hebben op stripverfilmingen
Wie was de ‘bedenker’ van striphelden Spider-Man en de Fantastic Four? Tekenaar Kirby deed afstand van zijn rechten, maar zijn kinderen eisen geld bij Marvel.
Rotterdam, 18 jan. Een puber met de krachten van een spin, mutanten die in ijs veranderen en een wetenschapper die ook een groen monster is? Niemand had in de jaren zestig van de vorige eeuw kunnen bedenken dat de personages uit de weggooistrips van uitgeverij Marvel Comics veertig jaar later miljoenen euro’s zouden opleveren aan verfilmingen en merchandise. Hadden de makers dat geweten, dan waren er waarschijnlijk wel duidelijker afspraken gemaakt over de auteursrechten. En dan zou er nu geen ruzie zijn tussen Marvel en de nabestaanden van een van zijn meest invloedrijke tekenaars, Jack Kirby.
Het Amerikaanse bedrijf Marvel Entertainment, dat onlangs voor ruim 4 miljard dollar officieel in handen was gekomen van Walt Disney Co., reageerde deze maand op een poging van de familie van Kirby om de rechten veilig te stellen van Kirby’s (co-)creaties. Dat zijn zo’n beetje alle succesvolle superhelden: Fantastic Four, Spider-Man, de Hulk, X-Men, de Avengers. De vier kinderen van Kirby eisen een deel van de winst die wordt gemaakt met Kirby’s helden. Marvel heeft 8 januari aan de rechter in Manhattan gevraagd om dat verzoek ongeldig te verklaren.
Jack Kirby (1917-1994) zette tussen 1958 en 1970 het Amerikaanse striplandschap op zijn kop. Samen met Stan Lee creëerde hij hit na hit. Marvel, dat voorheen alleen populaire concepten van andere uitgeverijen kopieerde, had veel succes met zijn nieuwe soort superhelden. De Fantastic Four hebben weliswaar superkrachten, maar zijn ook een familie, die wel eens ruzie maakt. De X-Men zijn mutanten die de mensheid proberen te helpen, maar ook worden gewantrouwd. Daarnaast introduceerde Kirby een nieuwe, verhalende manier van tekenen. Veel van Marvels latere tekenaars noemen Kirby’s energieke tekenstijl als belangrijkste inspiratiebron.
Het creatieve proces waarmee de comics werden geproduceerd was een nieuw soort samenwerking die de ‘Marvel Methode’ is gaan heten. In plaats van een volledig script, zoals tot dan toe gebruikelijk, leverde de tekstschrijver een plot. De tekenaar ontwierp de indeling van de pagina’s en leverde soms al voorstellen voor de dialogen. De schrijver vulde vervolgens de teksten in. Hoewel op deze manier de creativiteit van de tekenaar meer ruimte kreeg, was de reden een commerciële: om zoveel mogelijk series te produceren.
Wie precies verantwoordelijk is voor welke creatie, werd pas belangrijker naarmate de personages populairder werden. Vooral tekenaars begonnen in de jaren zeventig te morren dat ze te weinig erkenning kregen voor hun werk. Schrijver Stan Lee, medebedenker van een aantal helden, was lang het gezicht van Marvel, wat tot wrevel leidde bij Kirby en Spider-Man medebedenker Steve Ditko. Lee zou in zijn eentje de eer opstrijken voor creaties die op zijn minst het gevolg van een groepsproces waren geweest.
Aan het conflict lag een verschil van mening over de term ‘creatie’ ten grondslag. Voor Lee was het idee genoeg om ‘bedenker’ genoemd te worden. Kirby en Ditko vonden echter dat de vormgeving minstens zo belangrijk was. Daarnaast claimden ze ook invloed te hebben gehad op de achtergrond van veel superhelden.
In de jaren tachtig – de strips hadden inmiddels veel fans gekregen – voerde Kirby al een lange juridische strijd met Marvel. Hij probeerde zijn originele pagina’s, die inmiddels veel waard waren, terug te krijgen en vroeg erkenning voor zijn aandeel in het ‘Marvel Universum’. Marvel besloot om Kirby bijna 1.900 pagina’s terug te geven, als hij beloofde om zich te houden aan eerdere verklaringen waarin hij afstand zou hebben gedaan van auteursrechtenclaims. Kirby ging daar in 1987 mee akkoord.
De nabestaanden van Kirby beroepen zich nu echter alsnog op de Amerikaanse Auteursrechtenwet uit 1976, die ook geldt voor werk van voor die tijd. De wet stelt dat auteurs copyrights die ze aan een bedrijf hebben toegekend, 56 jaar na de eerste publicatie kunnen terugkrijgen, ongeacht andere afspraken die zijn gemaakt. De eerste succesvolle superheldenstrip van Marvel was Fantastic Four, die in 1961 begon. Vanaf 2017 zouden Kirby’s nabestaanden dan dus een deel van de auteursrechten onder hun hoede krijgen.
Die wet geldt echter niet voor werken die zijn gemaakt als ‘work-for-hire’: een akkoord tussen auteur en werkgever waarin de rechten worden afgestaan aan de werkgever. Volgens Marvel werkte Kirby onder zo’n akkoord, maar volgens de nabestaanden was Kirby „his own man”. De rechter moet nu opnieuw bepalen wat de voorwaarden waren van Kirby’s arbeidsrelatie tot Marvel. Omdat weinig afspraken op papier staan, zal dat geen gemakkelijke klus worden. Wel is er eerder een uitspraak geweest bij een vergelijkbare zaak tussen Joe Simon en Marvel, over Captain America, die Simon won. De uitspraak zal waarschijnlijk één tot twee jaar op zich laten wachten.
Kinderen Kirby krijgen mogelijk invloed in films
Als de erfgenamen van Kirby de zaak winnen, kan dit ertoe leiden dat ook filmstudio’s die licenties hebben voor Marvel-films een deel van hun winsten moeten delen. Ook kan het dat de nabestaanden invloed krijgen op de manier waarop en aan wie licenties worden verleend. Mogelijk heeft dit gevolgen voor de productie van Spider-Man 4 (Sony Pictures), X-Men Origins: Wolverine 2 en Deadpool (20th Century Fox).
Gepubliceerd op 18 januari 2010 in NRC Handelsblad.